Wees niet de laatste trainer van een kind

Vrijdagavond. Het team had zojuist een spannende wedstrijd gewonnen. Na een achterstand was de laatste set met 22-25 binnengesleept en de overwinning van 3- was een feit. Een begeleider van onze eigen vereniging was na afloop in de kleedkamer en trof daar in plaats van juichen en feestvieren, een groep huilende spelers aan. De coach was de gehele wedstrijd te keer gegaan, de scheids was niet goed, het veld niet, en vooral zijn eigen spelers hadden alleen maar gehoord wat niet goed ging. Tot huilens toe.

Zaterdagmiddag. De coach houdt een toespraak tegen zijn spelers na de derde set die ze zojuist hebben gewonnen. De spelers werden uitgefoeterd; er was geen communicatie, geen praten en er werd niet voor de bal gegaan. De spelers gingen met bedrukte gezichten weer het veld in en verloren prompt de vierde en vijfde set met dikke cijfers. De coach benadrukt ook de prestaties van tegenstander (onze eigen vereniging): De nummer 2 kan toch niet slaan, hoef je niet te blokken, sprongservice van nummer 4 is maar een "huppeltje" en meer van dat soort tenenkrommend commentaar.

Ik kan veel blogs schrijven over bovenstaande situaties uit de werkelijkheid van afgelopen weekend. Alleen ik weet de ins en outs niet van de situatie, het zijn slechts observaties maar wel observaties die vraagtekens oproepen. 

Als antwoord plaats ik de vertaling van een stuk van John Kessel, topjeugdtrainer uit Amerika. Ik heb hem ooit lang geleden bij een clinic in Nederland mogen ontmoeten. De foto hiernaast is van een ontmoeting met een andere Nederlandse trainer.


Er zijn veel manieren om succes voor een jeugdvolleybaltrainer te definiëren.

Het aantal wedstrijden dat je wint. De verbeterde technische vaardigheden van de sporters. Misschien gaan je sporters door naar een hoger team, later naar dames of heren één, naar een hoge divisie- of zelfs nationale teams.

Er is nog een factor waarop je trainers kunt evalueren … hoeveel spelers blijven er het volgende seizoen volleyballen?

Dat is nog eens doel... wees nooit de laatste volleybaltrainer van een kind.

Een sleutelrol voor trainers is om de ambassadeur te zijn voor elke speler en hun liefde voor het spel.

Kinderen kiezen willekeurige een sport, waarbij bij elke gespeelde wedstrijd altijd één team verliest. Als trainer/coach moet je je dus bewust zijn van de manier waarop jouw lesstijl, opstellingsselectie, acties en beslissingen, zowel op als buiten het veld, de liefde van jouw spelers voor deze sport beïnvloeden.

Vraag jezelf af: hoeveel van de kinderen die je hebt gecoacht, zijn nog steeds betrokken bij volleybal? Hoeveel zijn er gestopt met de sport?

De liefde voor het spel

Een van de redenen waarom we ons moeten concentreren op deze liefde voor het spel bij jongere spelers – door het proces, de inspanning en de leuke delen van het spel – is vanwege toekomstige trainers en coaches. Als je een speler echte liefde voor de sport geeft, geef je hem de passie om later, nadat hij de slechte trainer en coaches heeft overleefd bij de volwassenen te spelen. Ik twijfel er niet aan dat jouw spelers, net als mijn kinderen, trainer tegen zullen komen die hen vernederen, straffen en slechte beslissingen nemen vanwege hun eigen incompetentie als trainer. Als je ze een echte passie voor het plezier van spelen hebt gegeven, kunnen spelers met liefde voor de sport er niet van weerhouden weer te gaan spelen.

Ik ben dol op dit Chinese spreekwoord: “Winnen en verliezen zijn tijdelijk, vriendschappen zijn voor altijd.”

Ik herinner me dat de Chinese coach Lang Ping deze woorden zo'n dertig jaar geleden uitsprak tijdens de openingsceremonie van een nationaal kampioenschap. Het spreekwoord is mij altijd bijgebleven en sindsdien heb ik extra inspanningen geleverd om de teams waarmee ik werk te helpen dat spreekwoord tot leven te brengen, en om onze tegenstanders te ontmoeten en degenen te leren kennen die dezelfde liefde voor het spel delen. Ze bevinden zich toevallig aan de andere kant van het net als je speelt. Leer ze buiten het veld kennen; je zult waarschijnlijk een aantal geweldige vrienden voor het leven maken.

Behandelen je ouders, trainers, coaches, je fans en officials met het respect dat ze verdienen? Wordt slecht gedrag aangemoedigd of ontmoedigd? Het is een binnen de jeugdsport zo velen stoppen vanwege intimidatie, slechte begeleiding en focus op winnen.

Volleybal is een sport voor het leven. Ik denk dat we ons allemaal moeten inzetten voor het creëren van een veilige en leuke omgeving voor iedereen die wil meedoen, zodat we spelers, coaches en scheidsrechters kunnen behouden.

Ten slotte begrijpen we dat onze kinderen soms een andere sport of activiteit kiezen. Dat is geen probleem. Onze vijand is nooit een andere sport, omdat we willen dat onze jeugd actief is. Maar waar we tegen moeten vechten zijn trainers die spelers uit de sport verdrijven. De meeste kinderen stoppen met sporten omdat het simpelweg niet meer leuk is.

In een recent onderzoek naar de redenen waarom kinderen met een sport stoppen, staat ‘Niet genoeg winnen’ niet eens in de top 10,  ‘Niet langer leuk’ was de nummer 1.

Wat is op twee? Dat is “De coach is een slechte leraar.”

We kunnen die cijfers omdraaien. Ik hoop dat jullie allemaal je best doen om te leren hoe je de beste leraar kunt zijn die je kunt zijn, en dat jullie nooit de laatste volleytrainer van een kind zullen zijn.

(c) John Kessel

Reacties