De examenstress heeft definitief toegeslagen. Niet bij de leerlingen – die slapen tegenwoordig rustig met AI onder hun vingertoppen – maar bij de docenten.
Bij EenVandaag, Nieuwsuur of aan de talkshowtafels besproken: AI heeft het leven in het onderwijs definitief verpest. Of verbeterd, afhankelijk van of je voor de klas staat of aan de andere kant zit.
Dit probleem treft de hele onderwijswereld. Zelfs het volleybalonderwijs ontkomt er niet aan. Want waar laten wij trainers de trainerscursussen mee afsluiten? Juist. Met geschreven opdrachten, portfolio’s, reflectieverslagen of invulformulieren bij de proeve van bekwaamheid.
Een voorbeeld van Volleybal Trainer 3 is dit – ik citeer – de PVB-opdracht: “Maak een jaarplan op macro- en mesoniveau voor een volleybaltrainer waarin een duidelijke visie de ontwikkeling van het eigen team blijkt. In het plan is aangegeven hoe de plannen gerealiseerd worden. Met daarbij uitgewerkt: een analyse van de beginsituatie, een analyse van de individuele spelers met daarbij de technisch tactische, fysieke en mentale mogelijkheden, een zelfanalyse met eigen competenties en leerpunten; benoem ambities en concrete doelen en werk passend binnen het jaarplan tien trainingen uit.”
Ik nam de proef op de som. Ik voerde de opdracht in bij AI, voegde wat namen en posities van mijn team toe, voegde met behulp van AI, hier en daar verdiepinkje toe... en jawel, een foutloze, strak opgebouwd jaarplan rolde eruit. Netjes geformuleerd, logisch opgebouwd, compleet. Geen docent die het verschil nog ziet.
Maar gelukkig, volleybal (en sport in het algemeen) heeft één troef: de praktijk. In tegenstelling tot de leraar Nederlands, de journalist of de academisch onderzoeker, word je als trainer niet afgerekend op je zinsbouw of vaardigheid met schrijven, maar op wat je in de zaal doet. We hoeven dus niet in schriftelijke opdrachten te verzanden.
Daarom wil ik de kanteling, die je nu ook in het onderwijs ziet ontstaan, ook bij de trainersexamens: minder schrijven, meer mondeling. Minder portfolio, meer praktijkexamens. Net als het rijexamen, het gaat er om dat je onderweg netjes 50 rijdt, niet wat je over de snelheid opschrijft.
Dus ik zeg: weg met de Word-bestanden, exit portfolio's. Laat een trainer in opleiding gewoon een training geven, een team aansturen, een wedstrijd coachen, een groep analyseren. Laat ze praten, demonstreren, uitleggen – op de vloer, in de zaal. Mondeling. Live.
Eén klein probleempje: deze aanpak kost mensen. En dus geld. Maar hé… slechte trainers die alleen geleerd hebben de juiste prompts aan AI te voeden, kosten het volleybal uiteindelijk veel meer.
Terug naar de praktijk heeft nog een ander voordeel. Minder geschreven stukken over volleybal. Minder concurrentie op mijn terrein als blogschrijver. Want laten we eerlijk zijn: AI kan dan misschien een jaarplan schrijven en trainingen uitwerken, maar originaliteit, cynisme, ironie en een goede metafoor? Die zitten nog niet in zijn database.
Nog niet.
Reacties
Een reactie posten