Het is een politiekgevoelige titel, ik weet het. En misschien is deze blog dat ook een beetje. Maar wees gerust: dit gaat niet over stikstof of asielzoekers. Dit gaat over iets veel gevaarlijkers — de Eredivisie volleybal.
Vorig jaar constateerde ik al dat het aantal buitenlandse spelers in de Nederlandse competitie groeit. Toen waren het er zeventien. Dit seizoen zijn het er zesentwintig. Ik heb ze niet persoonlijk van het vliegtuig gehaald, maar de trend is duidelijk. Bij de dames blijft het allemaal nog keurig Nederlands, maar bij de heren stijgt het aandeel buitenlanders van zestien naar bijna vijfentwintig procent. Eén op de vier dus.
Het lijkt er ook niet op dat deze ontwikkeling zomaar stopt. Sterker nog, verschillende factoren geven het alleen maar meer vaart.
Neem Groningen. Daar werd pas laat duidelijk dat er opnieuw Eredivisie gespeeld mocht worden. Tegen de tijd dat het nieuws doordrong, waren de meeste Nederlandse spelers al ondergebracht bij andere clubs of zaten ze op de bank bij de buurman. Dus, met behulp van wat Canadese contacten in je telefoon, zoek je spelers — en liefst snel.
In het zuiden, bij Limax, liep het team leeg, maar gelukkig had iemand daar nog wat Zweedse contacten in zijn telefoon staan.
En de topclubs die in de BeNeLeague spelen? Die worden er daar gevoelig afgetikt door de Belgen. Dat helpt niet echt bij het zelfvertrouwen van de Nederlandse clubs. De logische reactie? Buitenlandse versterking. Want als het binnenland niet meekan met het buitenland, dan halen we het buitenland wel naar hier.
Alsof dat nog niet genoeg is, krimpt de Eredivisie en rap ook. In de afgelopen vijf jaar is het aantal plekken in de Eredivisie met meer dan dertig procent afgenomen. In 2022 waren er nog 24 teams en zo’n driehonderd spelers actief. Inmiddels zijn dat er nog maar tweehonderd — honderd bij de heren en honderd bij de dames. Vooral bij de dames is het fors geslonken: van ongeveer 170 plekken naar honderd, een daling van veertig procent.
Tel beide trends bij elkaar op en het plaatje wordt pijnlijk helder. Minder teams, minder plekken en steeds meer buitenlandse spelers. Als het zo doorgaat, is het niet ondenkbaar dat de Heren Eredivisie binnenkort minder dan vijftig Nederlandse spelers telt.
De vraag die blijft knagen: zijn de spelers er echt niet? Of zijn we gewoon te gemakzuchtig geworden om ze zelf op te leiden? Of is men verblindt door het gras dat in het buitenland veel groener lijkt?
Wat betekent dat voor onze jeugdspelers in de toekomst? De beste tien redden het wel, die vinden altijd een weg. Maar nummer dertig tot vijftig? Spelen die straks niet in de Nederlandse Eredivisie, maar in een Faeröerse of IJslandse?
Ik heb het antwoord niet, ik constateer slechts.
And maybe I should write my next blog about the Eredivisie in English. At least then, most readers might understand more than only the last line.
Reacties
Een reactie posten