Leren verliezen

De evaluatie van Volley Stars is in volle gang. Eén van de onderwerpen daarin is het gebruik van handtellers. Daardoor kan het publiek – lees: ouders – niet continu zien wat de stand is. Het idee daarachter is eenvoudig: minder focus op de score, minder spanning langs de lijn.

Het gaat niet goed met het jeugdvolleybal

Het gaat niet goed met het jeugdvolleybal. Oftewel: lees dit voordat het écht misgaat.


Ik weet het — een stevige titel. Maar ja, een beetje klikbait moet, anders leest niemand je blog. Het is hard vechten voor aandacht tussen al die onzin over wie nu wel of niet samen wil in een kabinet, of de zoveelste Trumpfrats. Toch is het serieus. 

Het jeugdvolleybal verkeert niet in topvorm. En dat terwijl er ook mooie initiatieven zijn: Volley Stars, de C-jeugd waar jongens en meiden samen spelen… allemaal erg goede nieuwe initiatieven. Alleen: mijn jeugdvolleyballiefhebbershart draait zich ondertussen drie keer om. (Dat is nog eens een Wordfeud-woord!)

Een goed initiatief is nog geen goed georganiseerd. En daar gaat het dus mis.

De problemen zijn te groot voor één blog — dus dit is deel één van mijn tweeluik: de C-jeugd.

Sinds de competitie is uitgebreid met jongens en meiden, zie je pas echt hoe weinig sommige verenigingen snappen van wat een niveau betekent. Ja, ik ben streng. Maar terecht.

Ik maak het bijna wekelijks mee: teams die compleet overklast worden. Neem een setstand als 25-1. Je leest het goed: één!


Even voor de context: bij de C-jeugd mag elke speler maximaal drie keer serveren. Dat is expres, om te voorkomen dat één serveerder de hele set uitserveert.

Als een heel team dan toch een hele set uitserveert — allemaal foutloos — en de tegenstander komt niet verder dan één schamel puntje, dan hoef je geen volleybalexpert te zijn om te zien dat er iets grondig misgaat.

En onze winst is geen incident. Blader maar eens door de uitslagen van de C-competities: het barst van pijnlijke setstanden.

Dus, twee simpele voorstellen:

1. Nevobo, leer van de KNVB. Gebruik bekerwedstrijden om teams in te schalen.

Laat elk team vooraf aan de competitie in toernooivorm spelen tegen teams van hun eigen klasse, en gebruik verenigingen die het wél begrijpen als referentie.

Zie je rare uitschieters? Ga het gesprek aan. Zet teams hoger of lager. Klaar.

2. Geef goede voorlichting.

Een team inschrijven is geen dobbelsteen gooien. Maak een simpel schema dat tegenwoordig een ‘stroomschema’ of 'flowchart' heet — en help verenigingen een inschatting te maken. Kan niemand bovenhands serveren en komt het team in minder dan 50% van de gevallen tot driemaal spelen? Dan is de derde klasse echt de beste optie. Dat idee.

Want het is zonde: het plezier verdwijnt sneller dan dat er jeugdleden bijkomen. En plezier, dát zou het uitgangspunt moeten zijn. Niet winnen met 25-1, maar wedstrijden waarin iedereen gelijkwaardig kan strijden om de punten. 

Ik pleit geen revolutie, alleen een beetje verstand, lef om eerlijk te zijn over niveau, en de wil om het beter te doen.

Want het kan beter. Veel beter.

Deel twee - volgende week - gaat over Volley Stars. Spoiler: ook daar is ruimte voor verbetering. En dat is nog zacht uitgedrukt.

Reacties