Ooit was ik trainer van de Meisjes C van de Twentse selectie. Elk district van de 26 districten had een eigen jeugdselectieteams die elk jaar streden om het Nederlands kampioenschap. District Twente was altijd één van de favorieten.
De voorronde in Oost-Nederland tegen teams zoals Achterhoek, Drenthe, Friesland en de Veluwe was altijd moeilijk, zwaarder dan de finaleronde zelf. Je wist dat als één van de twee teams van de voorronde van Oost-Nederland, je een goede kans maakte op het Nederlands kampioenschap voor districtsteams.
Vanaf seizoen 1998-1999 zijn de districten samengevoegd tot eerst acht en vanaf 2010 tot vier regio's; Oost, West, Zuid en Noord. Dankzij de samenvoeging van Twente, de Achterhoek en de Veluwe met Apeldoorn ontstond Regio Oost. In die regio - vooral jeugd en dames - werd jarenlang het meeste en beste volleybal van het land gespeeld.
Alleen wat eens was, is niet meer. Er zijn opvallende verschuivingen gaande. Zo is in de eredivisie het oosten terrein aan het verliezen, het aandeel van de punten2 ging van bijna 50% naar 35% voor de teams uit regio Oost.
Het verlies is dankzij Orion en Dynamo bij de heren wat minder dan bij de dames. het aandeel van regio West groeit bij de dames naar 18% vanwege clubs als VCN en VC Utrecht. Opvallend is daar het aandeel van 35% van regio Noord dankzij Zwolle, Sudosa en Sneek.
Echter de eredivisie is erg wisselend en geeft geen betrouwbare trends. Toegang tot de eredivisie koop je overal, het is maar waar een sponsor opstaat en spelers haal je ook overal, dat zegt niet zoveel over niveau.
De landelijke divisies, ere- tot en met tweede divisie, geven een veel stabieler ontwikkeling. Kijk naar de onderstaande grafiek van de verdeling van teams in de landelijke divisies1.
Daar waar in het verleden 33% van de divisieteams in regio Oost speelden, is er nu sprake van een veel gelijkmatigere verdeling. Opvallend is de groei van het aandeel regio West bij de dames van 18% naar 24%, ten koste van Oost, die ging van 35% naar 29%.
Mocht er nu al plannen voor de nieuwe divisies van 2024/2025 worden ingevoerd dan heeft dat maar beperkt invloed. Oost wint dan bij de heren iets terrein terug ten koste van West.
Deze veranderingen zij een gevolg van iets. Er werd altijd geroepen, logisch dat het Oosten goed scoort, er wordt immers het meest gevolleybald. Maar dat is niet meer zo, althans niet bij de jeugd. De volgende grafiek laat zien hoe het sinds 2017 is gaan met het aantal jeugdteams per regio.
In regio Oost spelen niet de meeste jeugdteams, dat is in Regio West dankzij een beperkt 4% verlies van teams in de afgelopen jaren. Ze hebben tijdens corona iets anders gedaan dan in de rest van Nederland. Maar wat?
De andere drie regio's zijn bijna een kwart van de jeugdteams kwijtgeraakt. Met andere woorden Regio West doet het minder slecht maar in elke regio is er verlies van jeugdteams.
Heeft de verschuiving al gevolgen voor het niveau bij de jeugd? We kunnen bijvoorbeeld naar het NOJK kijken. Er is een kleine kentering gaande bij de resultaten van het NOJK3, maar overtuigend is het nog niet. Bij de jongens wint regio West terrein, bij de meisjes waren in 2023 de resultaten voor Oost nog steeds beter dan ooit.
Maar dat lijkt slechts een kwestie van tijd want er zit een addertje onder het gras. Want als we naar de resultaten van alleen de C- en D-jeugd kijken dan zijn de resultaten van regio Oost ook bij de meisjes minder goed dan in 2017.
Kortom het beste volleybal wordt steeds minder in het oosten gespeeld. Als ik nu nog trainer van Meisjes C van de Twentse selectie zou zijn, dan weet ik nu dat de concurrentie uit heel Nederland komt. Als de huidige trends zich doorzetten dan verschuift het volleybal zich steeds meer van het oosten naar andere delen van Nederland en vooral naar het westen van Nederland.
Misschien leidt dit tot een goede balans over heel Nederland, maar zorgelijk is het grote verlies aan jeugdteams in Noord, Zuid en Oost. Misschien moet ik als trainer of vereniging toch maar ondersteuning zoeken, bijvoorbeeld in regio West?
Of niet, Ine?
1 Bij ons zijn de gegevens pas vanaf 2019 beschikbaar. Er ligt een eenvoudige puntentelling aan te grondslag: 4 punten voor een team in de eredivisie tot en met 1 punt voor een tweede divisieteam.2 Op basis van de eindstanden waarbij nummer 1 tien punten en nummer 10 één punt krijgt.
3 Op basis van de punten zoals die voor de Jaap van Kasteeltrofee worden uitgedeeld.
Reacties
Een reactie posten