Radicaal samenwerken

Voorheen waren het Superclubs, maar inmiddels heetten ze Set-up Clubs. Een Set-up Club maakt een professionaliseringslag binnen de eigen vereniging, maar levert ook een bijdrage aan de collectieve volleybalgemeenschap door samenwerkingen aan te gaan met verenigingen in de regio. Dat is een mooie volzin, hij is van de Nevobo-site.


Ik vraag me af toen de naam werd verzonnen of ze aan Set Up Meerlo, Set Up Prinsenbeek, Set Up IJsselmuiden, Set Up Balkbrug, Set Up Wildervank, Set-Up '65, Set Up '69, de Set-uppers Scheemda en Setumup uit Leimuiden gevraagd hebben wat zij die naam van de naam vonden? Want verwarring alom, volleybalverenigingen die Set Up clubs heten. Is Set Up nu een Set Up club, of dat dan weer niet? 

Ik hoorde in de wandelgangen dat ook Support Club was geopperd. Passende naam, geen verwarring met de verenigingen, dus als Nevobo kies je die naam dan niet. Logisch.

Samenwerken, laten we het daar over hebben want daar liggen veel kansen. Dat bleek ook uit het rapport dat ik heb twee jaar geleden heb gemaakt tijdens mijn studie Sportkunde over verenigingen in onze regio. 

De praktijk is echter weerbarstig, in onze regio komt die samenwerking vrijwel niet op gang. Dat heeft mijn inziens vooral te maken met de eigen sores van de verenigingen. Zelf ellende genoeg en weinig tijd over om ook nog samen te werken met andere verenigingen. Dus stel ik een veel radicalere vorm van samenwerken voor: de omnivereniging.

Dit vraagt wat uitleg. Omniverenigingen zijn verenigingen die meerdere sporten aanbieden. Ze zijn vanuit verschillende behoeftes in de vorige eeuw ontstaan. Zo kan je bij Kampong, één van de bekendste omniverenigingen van Nederland, terecht  voor hockeyen, voetbal, cricket, jeu-de-boules, tennis en squash. Bij een telling in 2009 waren er 89 omniverenigingen in Nederland. 

Collega Sportkunde studenten hebben de omniverenigingen onderzocht en hebben geconstateerd dat de tijd van omniverenigingen een beetje voorbij is. "Leden van de vereniging zien zichzelf voornamelijk als lid van een sportafdeling, en hebben weinig binding met andere sport. Dit roept vragen op over het omnisportverband voor de leden."  

Echter de studenten constateren ook dat: "Het basisidee van een omnisportverband veel voordelen op bestuurlijk en financieel gebied. De meerwaarde van de samenwerking zit vooral op bedrijfsmatig vlak." Precies het gebied waarop met name kleinere volleybalclubs de druk voelen en een belangrijke reden van bestaan van het Set Up programma van de Nevobo. 

Let op, mijn voorstel is dan ook geen omnivereniging zoals hierboven besproken maar een nog-niet-bestaande nieuwe vorm: de volleybal-omnivereniging. De omnivereniging wordt gevormd door verschillende volleybalclubs uit nabij-liggende plaatsen. 

Ik geeft een voorbeeld. In Arnhem hebben we de fusievereniging Aetos. Aetos zou samen met de omliggende verenigingen Nuovo uit Oosterbeek, Gemini uit Elst, Setash uit Huissen en Toesj uit Heteren als één omnivereniging kunnen opereren. 

"Ho, wacht eens even", hoor ik u denken. Dat gaan Gemini en de andere clubs niet zomaar leuk vinden, allemaal in het Arnhemse lichtblauw; amme-nooit-niet!

Maar dat is ook niet het idee. De ene vereniging is wanhopig op zoek naar een voorzitter, de andere naar een CMV-trainer, de derde naar professionele ondersteuning. Dat kan allemaal opgelost als de verenigingen samenwerken als omnivereniging. 


Het bestuur, het trainerscorps, de ledenadministratie, de financiën, misschien zaalruimte en natuurlijk de professionals kunnen samen binnen de vereniging geregeld worden. 

Alleen, en nu komt het, elke afdeling, elk dorp behoudt zijn eigen teams, zijn eigen beleid, zijn eigen identiteit, zijn eigen shirtkleur, alsof ze een eigen vereniging zijn. Radicaal samenwerkend en toch in de competitie gescheiden, zoals het een omnivereniging betaamt.

Naast de gedeelde administratieve last heeft het meer voordelen. Scheidsrechters, kennisdeling, balleninkoop, aanstellen van vertrouwenscontactpersonen, het regelen van VOG, het anti-rook en -alcoholbeleid en de AVG, ik noem zomaar maar niet geheel willekeurig gebieden waar de omnivereniging van pas komt.

En misschien kan die ene Jongens A speler uit Heteren nu wel in een jongensteam of dat talentje uit Huissen in een ander passend team, zonder van vereniging te wisselen? 

Maar samenwerken kan toch al, zou je zeggen, waarom juist de omnivereniging? Omdat je dan samen één bent, hun sores is jouw sores en jouw ellende is hun ellende en dan ontkom je niet aan radicaal samenwerken.

Kan een volleybal-omnivereniging dan zomaar? Nou nee, dat vereist wel reglementswijzigingen bij de Nevobo want één vereniging met meerdere verenigingsnamen en shirtkleuren in een competitie kan nu niet. 

Maar het is vooral anders denken en eenmaal gerealiseerd, dan ben je één Set Up club, één superclub, samen aan het werk met problemen en oplossingen en dat voelt radicaal anders.

Reacties