Kansenongelijkheid in volleybal

Kansenongelijkheid. Er verschijnen vele studies over kansenongelijkheid in de maatschappij. Het blijkt dat de kansen en mogelijkheden van verschillende groepen mensen in de samenleving op groei, welvaart en ontwikkeling worden bepaald door factoren als ras, geslacht, sociaaleconomische status. Volleybal is helaas geen uitzondering. 

Stel dat we kijken naar Amirah Yilmaz uit de Meanderstraat in Middelburg, geboren in november 2013. Welke kansen heeft zij nu eigenlijk op een topvolleybalcarrière? Die kans is afhankelijk is van de aanleg die je hebt voor volleybal en Amirah wil graag en is motorisch vaardig. Echter dat zijn zeker niet de enige factoren die de kansen van Amirah bepalen.

Om het in perspectief te plaatsen, de kans dat iemand een topvolleybalster wordt, is niet groot. In Nederland zijn er ongeveer 1.575.000 vrouwen tussen de 17 en 29 jaar oud, en slechts ongeveer 550 van hen spelen volleybal op topniveau2. Dit betekent dat slechts één op de 3.000 vrouwen een topvolleybalspeler is. In de seniorenvrouwencompetitie zijn er ongeveer 27.000 speelsters, wat betekent dat slechts één op de 50 volleybalsters een topvolleybalster is. Deze cijfers zijn een gegeven, meer plaats is er niet.  

Er zijn veel factoren die Amirah achterstelt bij leeftijdsgenoten. Zo kent Amirah niemand die zelf ook hoog volleybalt. Er zijn veel kinderen van profvoetballers in het profvoetbal, veel kinderen van autocoureurs in de autosport en veel nageslacht van ex-volleyballers en -sters in hogere teams bij het volleybal. Dit kan natuurlijk een kwestie van aanleg zijn, maar het hebben van het juiste netwerk is misschien nog wel belangrijker.
Invloedsfeer van de eredivisie
In paarse gebieden is weinig tot geen invloed

Daarnaast Amirah is geboren in de wijk Dauwendaele in Middelburg en niet in bijvoorbeeld de wijk Apeldoorn-Noord. Ook dat bepaalt veel. 

Dauwendaele Middelburg is een wijk met laag gemiddeld inkomen, een lage SES (sociaal economische status), Apeldoorn-Noord met juist een hoge SES. Kinderen van meer welgestelde ouders doen vaker aan sport en maken dus meer kans, wetende dat volleybal niet de goedkoopste sport is.

Ook de stad of streek is van invloed. Je maakt mij namelijk niet wijs dat mensen geboren in Apeldoorn meer aanleg voor volleybal hebben dan mensen in Middelburg. Toch zie bij Nederlandse jeugdteams een oververtegenwoordiging van spelers afkomstig uit hoog spelende verenigingen, zoals Sudosa-Desto Assen, Sliedrecht Sport of Dynamo Apeldoorn.  Deze dominantie zie je ook in eindrondes van het NOJK en bij jeugdteams in de topklassen. 

Het op relatieve jonge leeftijd al terecht komen komen in het juiste spoor van een juiste omgeving bij goede clubs, goede trainers en goede connecties helpt enorm. Als je als jonge speler in een verkeerd spoor zit, is het er moeilijk uitkomen.

Amirah is geboren in november 2013. De maand waarin je geboren wordt speelt ook een belangrijke rol in het volleybal. Dat komt omdat er sprake is van het geboortemaandeffect. Het geboortemaandeffect is een fenomeen waarbij kinderen die in de eerste maanden van het jaar zijn geboren (januari, februari en maart) vaker worden geselecteerd voor sportteams dan kinderen die in de latere maanden zijn geboren. Dit fenomeen komt naar voren in verschillende sporten, zoals volleybal, voetbal, hockey, basketbal, en zelfs in academische settings. 


Geboortemaandeffect bij verschillende competities, tussen haakjes het aantal spelers. 

Kortom, hoewel Amirah misschien veel aanleg heeft, kent Amirah niet de juiste mensen, woont ze in de verkeerde wijk en stad en is op het verkeerde tijdstip geboren. 

Is deze kansenongelijkheid nu erg? Het zal Amirah niet veel uitmaken, denk ik. De kans dat zij met volleybal in aanraking komt en bewust is van deze kansenongelijkheid is niet heel groot. Wat niet weet, wat niet deert. 

Alleen volgens mij heeft er minstens één organisatie wel baat bij gelijke kansen; de Nevobo. Want misschien is Amirah Yilmaz inderdaad de nieuwe Lonneke Sloëtjes? Hoe meer jeugd en breder de kansen om te ontwikkelen tot topvolleybalster, hoe beter de top.

Er wordt veel geld, tijd en moeite gestoken in het verbeteren van topvolleybal met als doel structureel bij de wereldtop horen. Alleen hoe effectief is het investeren tot nu toe gebleken om kansenongelijkheid te verkleinen? Het geboortemaandeffect bestaat al decennia en verandert niet. De talentontwikkeling is gegaan van steunpunt via NVS naar RTC en Talentteams. Hoe goed is dat geweest voor jeugd in Zeeland of Limburg of is dit vooral gunstig gebleken voor jeugd uit Borne, Apeldoorn en Assen? 

Volgens mij komt ons "talent" vooral uit een ons-kent-ons netwerk van een beperkt aantal goedgeorganiseerde clubs en trainers en kinderen van goede opgeleide ouders. 

Kan de kansenongelijkheid kan worden verkleind zodat Amirah Yilmaz alsnog het winnende punt in de Olympische finale kan scoren? Ik heb geen pasklaar antwoord.

Ik doe in deze blog slechts de constatering, geen oplossingen. 

Maar ...

Laat nu deze week dit naar voren zijn gekomen: "AZ heeft beste jeugdopleiding van de wereld" en AZ is zo goed zijn geworden omdat ze goed om hun heen kijken en kennis delen. Alkmaar is niet helemaal in de richting van Apeldoorn of Sliedrecht maar is ook niet ver van het bondbureau in Utrecht, toch?  

1 Ik bekijk het vanuit het perspectief van het damesvolleybal. Het herenvolleybal kent veel overeenkomsten met dit verhaal maar ook wat verschillen. 
2 Ik laat alle gedetailleerde data en berekeningen weg in deze blog. Die zijn op te vragen als je daar belangstelling voor hebt. 

Reacties