Hij was apetrots, hij had ooit een speler getraind die nu in het Nederlands Team speelde. Zijn trots schuurde wel wat, hij had de speler op jonge leeftijd twee jaar mogen trainen maar bracht het feit alsof alleen zijn training de plek in het nationale team mogelijk hadden gemaakt. De trainer in kwestie traint al dertig jaar tussen top- en derde divisie en daarom wat statistiek voor hem en jullie.
Als je dertig jaar training geeft aan top- tot en met derde divisie dan train je pak-m-beet tweehonderd spelers. Twee procent van alle spelers uit de divisie spelen (uiteindelijk) op het hoogste niveau en de kans dat je ooit een toekomstige topper traint in dertig jaar, is daarmee vrij groot, hoe je ook traint. Sterker nog twee procent van tweehonderd is vier dus wellicht heeft hij drie andere spelers gemist? Ietsje je minder trots? Talentontwikkeling heeft alles met statistiek te maken.
Bij Jeugd- en Jong Oranje spelen opvallend veel spelers van dezelfde clubs: Peelpush, Apollo 8, Dynamo en Sneek en bij de jongens Twente '05, Sudosa Desto en ZVH. Statistische klopt er iets niet, je maakt mij niet wijs dat alle talenten toevallig precies in Apeldoorn of Borne geboren worden. Talent is over heel Nederland normaal verdeeld, van slechts een paar verenigingen spelers in de selecties is statistische armoede.
Talentontwikkeling heeft vaak nepotistische trekjes. Er zijn veel kinderen van voormalige profvoetballers bij jeugdopleidingen van profclubs en dat heeft meer te maken met het wereldje kennen dan met genetische aanleg. Genetische aanleg is voor talentontwikkeling sowieso minder belangrijk dan vroeger werd aangenomen.
Is de samenstelling van de nationale jeugdteams bij volleybal dus het gevolg van het ons-kent-ons-wereldje van clubs, ouders en clubtrainers? We kunnen dat niet uitsluiten maar laten we het eens van de andere kant bekijken. Blijkbaar zijn een paar clubs en daarmee de clubtrainers in staat om meerdere spelers door te laten groeien tot Jeugd- of Jong-Oranje.
Als clubtrainer een factor is en ervoor zorgt dat spelers boven het maaiveld uitstijgen, waarom beïnvloeden we die factor dan niet?
Madela zei "Education is the most powerful weapon which you can use to change the world." (Onderwijs is het meest krachtige wapen om de wereld te veranderen) en Benjamin Franklin riep: “An investment in knowledge pays the best interest.” (Investeren in kennis levert het meeste rendement). Ik kan de bond niet betrappen op systematisch investeringen in jeugdtrainers bij clubs.
Stel dat er in plaats van vier clubtrainers in Enschede, Sneek, Borne of Apeldoorn er twaalf clubtrainers zijn bij twaalf clubs in Nederland, of tweeëndertig? Dan zouden in Roermond, Vlissingen, Drachten, Terneuzen, Roosendaal, Almere, Eindhoven, Maastricht, Kampen, Emmen, Almere of Den Helder ook spelers doorgroeien naar dat niveau?
Want zou talentontwikkeling niet moeten gaan over investeren in en opleiden van talentvolle clubtrainers? Wat als we nu bij de VT 2, 3 en 4-opleidingen twaalf talent-trainers scouten en één keer per week in Papendal halen en ze in het land bij clubs stationeren. Zou dat niet veel meer opleveren dan twaalf spelers naar Papendal?
Want laat duidelijk zijn twaalf spelers van Jong Oranje van twaalf verschillende verenigingen uit verschillende gebieden van Nederland, dat zou statistisch rijkdom zijn. Dat zou veel clubs en trainers trots maken. Net zo trots als onze divisietrainer met die ene speler, die we natuurlijk in de toekomst de tweede speler gunnen.
Reacties
Een reactie posten