Van Appie naar AI; over opleiden in nieuwe tijden

Binnenkort nemen we afscheid van VT2 en VT3. Trainersopleidingen worden herzien en het draait straks om club-, regio- of selectietrainers. Maar er is meer aan het veranderen ...

Ik zat  - wellicht voor het laatst - VT3 workshop trainingsleer voor te bereiden en dacht ik terug aan hoe ik het zelf heb geleerd. Good old Appie Krijnsen gewapend met een overheadprojector en een stapel plastic sheets, legt de stof uit. Begrippen als 'extensief duur' of 'intensief interval' verschenen onder de lamp, waarna we in de zaal onder leiding van Appie's humor de begrippen in praktijk brachten. Met de tong op je schoenen. 

Afgesloten met het schriftelijk examen trainingsleer, waarin je termen moet kunnen benoemen én toepassen: “Stel een schema op voor een volleyballer met intensieve interval en gebruik volleybaleigen oefeningen.” 

Tegenwoordig stel je diezelfde vraag aan ChatGPT, en binnen een minuut heb je een compleet schema. Eerlijk is eerlijk: het is een behoorlijk goed antwoord. Het trainersvak is fundamenteel verandert. 

Wat betekent dit voor de nieuwe club- of selectietrainers en voor opleiders? Ik weet niet of ik de waarheid in pacht heb, maar ik kan er wel een gooi naar doen. Sterker nog, ik kan het gewoon aan AI zelf vragen:

AI verandert trainersopleidingen ingrijpend. De focus verschuift van standaard lesstof naar gepersonaliseerd, datagedreven leren. De opleider wordt coach van het leerproces: iemand die nuance aanbrengt, corrigeert wat AI nog niet snapt en menselijkheid inbrengt in een wereld vol data.

De cursist wordt meer dan ooit de stuurman in een proces vol opties. In een zee van informatie moet hij zelfstandig kunnen denken, kritisch kunnen afwegen en richting kunnen geven.

Hij of zij kan AI wel vragen om een schema voor extensief interval, maar de trainer moet wél eerst weten dat je naar extensief interval moet vragen. 

De trainer, de cursist moet leren filteren. Wie blind AI volgt, eindigt met een perfecte training voor een team dat er mentaal na de warming-up al genoeg van heeft.

Wat deze veranderende rol van de trainer betekent voor opleiders? Allereerst begint het bij het besef dát het verandert. Het vraagt van de opleiders dat we die ontwikkeling durven benoemen en dat we ruimte maken voor reflectie: "Hoe ziet het vak van trainer er straks uit? En wat vraagt dat van mij?". Bewustwording.

De rol verschuift naar begeleider en kritische coach binnen het persoonlijke leertraject van de cursist. Niet opleggen hoe het moet, maar samen onderzoeken wat werkt en waarom. We stellen vooral vragen in plaats van antwoorden te geven, en het leerproces maken tot iets dat van hén is.

We zijn inspirator. Iemand die nieuwe tools en inzichten aandraagt, die nieuwsgierigheid aanwakkert en de trainers helpt om relevant te blijven. Vooruit lopen, experimenteren, en laten zien dat leren nooit ophoudt — ook niet voor onszelf.

We helpen met kwaliteit onderscheiden in de brei van informatie en hypes van inhoud te scheiden. Het betekent dat wij zelf ook weten en kunnen. We zijn bovendien een ethisch klankbord: AI kan veel, maar moet je álles doen wat het kan? 

Maar bovenal: we zijn cultuurbewakers. In een wereld vol AI, digitaal en beeldschermen, bewaken wij de menselijke maat. Contact, emotie, ervaring — dat zijn de kernwaarden die bij volleybal horen.

Want hoewel AI indrukwekkende stappen maakt, is een robottrainer op het veld voorlopig niet snel te verwachten. De rol als mens in het trainersvak is (voorlopig?) onvervangbaar. Het juiste moment voor een knipoog, een arm om iemand heen, een opbeurend woordje of juist een strenge blik — begrip en aandacht, trainer zijn blijft mensenwerk.

En waar gebeurt dan de knipoog, een opbeurend woordje of een strenge blik? Juist ja, in de zaal! Hoe kun je opleiden voor een sport die in de zaal gespeeld wordt, als we het veld zelf niet meer betreden? 


Een rijinstructeur leert het vak niet met Mario Cart en banketbakker wordt je niet door alleen "Heel Holland Bakt" te kijken en recepten aan AI te vragen.

Het wordt allemaal anders en AI gaat meedoen, zoveel is duidelijk. Alleen volleybal blijft een sport van mensen en een zaal — met zweetgeur in je neus, spelers of cursisten die ongeduldig ballen stuiteren en je aankijken met: “Wat gaan we doen?

Praktijkervaring en menselijke interactie. De overheadprojector was zozo, maar Appie wás een feest — met zijn grappen, fanatieke uitleg en cursisten met vuurrood hoofd en zwetend als een otter. Daar kan geen AI of een briljante blog over opleiden tegenop.

Reacties