Nieuw jeugdvolleybal - deel 2

In de vorige blog schreef ik over de vooravond waar we staan voor het nieuwe jeugdvolleybal van Nederland. Deze blog is vooral inhoudelijk om de inhoudelijke argumenten voorrang te blijven geven.

Om de inhoud van de discussie in perspectief te plaatsen, kijken we terug tot het moment dat CMV nog niet bestond. Er werd toen minivolleybal gespeeld. Dat was volleybal voor kinderen tot 12 jaar waarbij de enige aanpassingen waren dat er vier tegen vier gespeeld werd op een kleiner veld en lager net. 


Volleybal is echter een moeilijke sport. Het valt niet mee om een bal zonder dat je deze mag vangen of gooien, zodanig onder controle te brengen dat een medespelers ook nog wat met een bal kunnen doen. Minivolleybal in die jaren was vooral een soort serve- en pingpongspel waarbij veel goeds van het volleybalspel verloren ging.

Hoewel meerdere mensen dit zagen, was het Adri Noij die in de jaren negentig nieuwe vormen bedacht die veel van dit probleem overwon. Hij introduceerde zes verschillende niveaus voor verschillende leeftijden tussen de zes en twaalf jaar en Circulatie Minivolleybal (CMV) was geboren, in 2009 omgedoopt tot Cool Moves Volleybal. 

Na de introductie van CMV heeft de tijd niet stilgestaan en zijn er nieuwe ontwikkelingen die de kijk op volleybal en jeugdsport heeft veranderend.    

Rond 2010 ontstond Smashbal. Er is wat gedoe in de wandelgangen over wie dit nu heeft bedacht maar feit is dat Peter van de Ven veel moeite heeft getroost om smashbal een volwaardige plaats in het jeugdvolleybal te geven. Met een eigen website en de informele vastlegging van verschillende niveaus en spelregels die erbij hoorde, heeft hij Smashbal op de kaart gezet. 

Een aantal jaar geleden introduceerde Remko Kenter Action Volley. De basis van het idee werd geboren toen hij training moest gaan geven aan de jongens van Sliedrecht Sport en tot de conclusie kwam dat veel van de praktijk van het CMV door de jongens niet als positief werd ervaren. 

Door vooral de kinderen een grotere rol te geven in hoe en wat er gedaan werd in de volleybaltraining kwam hij tot nieuwe inzichten en nieuwe vormen verzameld onder de naam Action Volley. Dat heeft hij uitgewerkt in een aantal principes zoals geven en nemen en ook het inzicht dat jeugd ook wil kunnen vertellen dat de sport "Cool" is. 

In de tussentijd stond de wereld buiten volleybal ook niet stil. Breed Motorisch Opleiden (BMO) verwierf een plaats in het denken over jeugdsport. Het idee daarbij is dat we kinderen op jonge leeftijd veel verschillende vormen van bewegen moeten aanbieden en niet alleen de vormen die horen bij een bepaalde sport.

Daarnaast werd duidelijk dat verschillende sportbonden en met name de KNVB organisatorisch wijzigingen toepaste bij de jeugd passend bij een andere kijk op jeugdsport. Zo wijzigt de KNVB drie keer per jaar indelingen van de competitie en gebruikt daarnaast data van individuele spelers om tot een evenwichtige en eerlijke competitie te komen met spannende en aantrekkelijke wedstrijden. 

Daarnaast beperkten ze bij spelers op jonge leeftijd de rol van de scheidsrechter  waardoor het spel veel meer in handen van de jeugd zelf komt zoals bijvoorbeeld ook op het schoolplein.

De vraag die er nu ligt is, hoe we met al deze elementen komen tot een verbeterde vorm van jeugdvolleybal? 

Allereerst dienen we uit te gaan van de basis van het spel, een term die daarbij past is volleybalgrammatica. Volleybal is een spel met een bal, een net, en een veld waarbij je de bal naar elkaar en de tegenpartij moet spelen waarbij vangen of gooien normaal niet is toegestaan en waarbij je scoort als de bal bij de tegenstander op de grond komt of niet meer gespeeld kan worden. 

De CMV kent een duidelijke opbouw waarin stap voor stap dat wat spelers kunnen wordt gecombineerd met spelregels voor dat niveau. Het is wijdverspreid, jeugdvolleybal is synoniem met CMV.

CMV is ook de organisatorisch basis. De teamverdeling, maar ook wedstrijdplanning, sporthalverdeling voorkomend uit tijdsduur en aantal spelers in een team zijn de grondslag van de organisatie bij clubs. 

Er zijn elementen in het CMV die aan verbetering toe zijn. Vanuit de visie dat het ralleyspel heilig is, zijn er verboden voor verschillende niveaus. Bovenhands serveren mag vaak niet, blokken mag vaak niet, smashen mag vaak niet. Dat veel verboden is niet handig want dat geeft een negatieve bijklank.

Volleybal is niet een sport die van nature makkelijk tot beweging aanzet zoals bijvoorbeeld voetbal. Daarom wordt bij CMV doorgedraaid. Dat doordraaien voelt tegennatuurlijk aan de sport. Dat voelt overigens vangen van de bal ook, maar dat heeft zo op het oog meer voordelen dan nadelen voor beginners.


Vier spelers in het veld is al eerder gekozen bij minivolleybal en overgenomen door CMV. Dat veroorzaakt veel stilstand en weinig balaanrakingen. 

Twee of drie in het veld lijkt een beter optie voor de toekomst. Dan is ook het geconstrueerde doordraaien niet meer nodig. Randvoorwaarde blijft natuurlijk wel dat er veel bewogen kan worden. Veldgroottekeus bijvoorbeeld dient dus zorgvuldig te zijn.

Tenslotte is CMV vanuit volleybal opgezet en dus vooral op volleybal gebaseerd. In de basis is er weinig aansluiting BMO. Er is echter niets dat tegenhoudt. 

De andere geschetste ontwikkelingen geven juist invulling aan gevraagde nieuwe elementen. 

Smashbal en Action Volley geven invulling aan de wens voor een centrale plaats van slaan en smashen tegen een bal. Het gehoorde argument dat jonge kinderen niet in staat zouden zijn tegen een bal te slaan en het daardoor verkeerd zouden aanleren, snijdt volgens mij geen hout. Dat zou betekenen dat bijvoorbeeld tennis en tafeltennis op jonge leeftijd kansloos zou zijn. Niets is echter minder waar. Slaan in de vorm van bovenhands opslaan of smashen dient daarom een volwaardige rol te krijgen in volleybal vanaf het eerste moment, ook als omdat op latere leeftijd juist dat is wat de meeste spelers het vaakst doen.

De dominantie die goed geslagen ballen zouden kunnen veroorzaken kan bijvoorbeeld worden tegen gegaan door ballen de bovenhands geslagen worden wel gevangen mogen worden daar waar dat bij anders aangespeelde ballen dat niet meer mag. Dus niet vanuit een verbod maar vanuit een extra mogelijkheid voor de verdedigers van de geslagen bal redeneren.


Een ander element is dat het één en ander wel in organisatorisch handbare vorm gegoten worden. Groepjes van twee of drie spelers combineren tot een grotere team van 2x twee of 2x drie lijkt daarbij een goed idee. Je bent op die manier een grotere team waarbij elke groep een bijdrage levert aan de gehele teamresultaat. 

Organisatie gaat nog verder. Het NOJK is voor de CMV-leeftijd afgeschaft, wat ik geen slechte beslissing vind. Alleen blijkt dat toernooien voor de CMV-jeugd waarbij je een groot deel van de dag bezig bent, erg gewaardeerd worden. De toernooivorm zou ook betere passen bij de ouders die voor één dag wel willen rijden maar een halve dag kwijt zijn met rijden naar Lelystad of Workum voor één wedstrijd teveel van het goede vinden. Kortom meer in toernooivorm is de boodschap. 

Elementen genoeg en een zorgvuldige keuze is noodzakelijk. Echter de keuze dient wel vanuit de inhoud te worden genomen waarbij het voor de betrokken partijen lastig lijkt hun eigen ego aan de kant te schuiven. Maar die tip had ik al in de vorige blog gezet. 

Want als dat gebeurd dan ben ik er van overtuigd dat alle elementen samen tot een geweldige goede en aantrekkelijke vorm van jeugdvolleybal kan leiden die de groei die inmiddels voorzichtig is ingezet, een grootst vervolg kan gaan geven!


Reacties